In de achttiende eeuw, om precies te zijn op 5 juni 1747, vond er in het stadje Ootmarsum een voorval plaats dat de gemoederen in de regio en tot ver daarbuiten lange tijd in beroering heeft gehouden. Twee mannen uit Almelo bezochten de oud-rentmeester van het stadje voor een zakelijke aangelegenheid. Wat in eerste instantie begon als een gewone afspraak, escaleerde al snel tot een twistgesprek, waarbij het tot een handgemeen kwam met dodelijke afloop. Deze gebeurtenis bracht een lange nasleep met zich mee, die zich afspeelt in de medische en juridische sfeer. De meningen over de oorzaak van de dodelijke afloop waren sterk verdeeld. Toch volgde aangifte van mishandeling met dodelijke afloop. Daarbij ontstond de vraag wie de bevoegde juridische autoriteit was om deze zaak te behandelen, want dat was afhankelijk van de ernst en de plaats van het misdrijf. De betrokken partijen hebben daar ruimschoots over geredetwist. Het voorval en de nasleep illustreert de uitdagingen en beperkingen van de 18e-eeuwse medische en juridische systemen en geeft inzicht hoe dergelijke kwesties destijds werden behandeld