Finn woont op een eiland. Als hij kan, gaat Finn spullen zoeken op het strand. Bruikbare voorwerpen doet hij in zijn karretje en neemt hij mee naar huis. Op een keer ligt het hele strand, zover als Finn kan kijken, bezaaid met zeesterren. Zoiets heeft hij nog nooit gezien. Hij laadt zijn karretje vol met zeesterren en neemt ze mee naar huis.
Als Finn 's avonds gaat slapen en uit zijn raam kijkt, ziet hij dat er geen enkele ster aan de hemel schittert. Het duurt niet lang of Finn denkt te weten waardoor het komt dat het pikkedonker is. Hij bedenkt een slim plan. Daarvoor heeft hij spullen nodig die hij op het strand bij elkaar jut.