Na een onverwachte en hartverscheurende breuk stort Hanna’s wereld in. In een poging om te ontsnappen aan de pijn, duikt ze dieper dan ooit in haar verleden en haar eigen destructieve patronen. Gevangen in een psychiatrische instelling begint ze een rauwe en openhartige zoektocht naar zichzelf.
Door haar dagboek volgen we haar worsteling met eenzaamheid, schuldgevoelens en de ondraaglijke last van haar verleden. Het leven als alleenstaande moeder, de herinneringen aan een verloren liefde en haar gevecht tegen de verlokkingen van de dood zijn pijnlijk herkenbaar en ontroerend. Maar temidden van deze duisternis ontstaan ook momenten van helderheid en hoop, waarin Hanna beseft dat heling begint bij confrontatie – en bij het maken van een keuze: doorgaan of loslaten.
Een intieme en aangrijpende roman over liefde, verlies en de veerkracht van de menselijke geest.