In dit laatste deel van de trilogie keert Harold, na een verblijf van tweeëneenhalf jaar in Tibet, terug naar IJsselpoort. Bij de monniken heeft hij veel kennis opgedaan en vaardigheden aangeleerd. Thuis wordt hij geconfronteerd met onverwachte wendingen. Zijn in Tibet verworven bekwaamheden komen goed van pas. De aanhoudende wraak van Gerlof wordt Adal noodlottig en in zijn poging tot gerechtigheid wordt Harold door de bisschop van Utrecht veroordeeld tot de galg. Zijn vrienden bedenken een plan om hem te redden, maar of dat zal lukken? De grootste angst is de onbetrouwbaarheid van Gerlof, maar ook hij zal uiteindelijk boeten voor al het onheil dat hij heeft aangericht.