De zwerftochten door Zuidoost-Azië die in dit boek worden beschreven, beslaan de periode tussen 1986 en 2012 waarin de auteur in deze fascinerende regio met zijn oude beschaving en prachtige wisselende landschappen woonde en werkte. Vaak reisde hij in gebieden die buiten de begaanbare paden lagen, altijd op zoek naar nieuwe uitdagingen, naar bergtoppen en tempels, naar het graf van zijn vader en naar zichzelf. De auteur neemt de lezer mee op zijn tochten waarbij hij de beschrijving van zijn ontmoetingen met de lokale bevolking met haar cultuur en religie afwisselt met mijmeringen over de natuur en zijn inzichten en kennis daarvan als sociaal geograaf. De verhalen worden aangevuld met analyses van de geschiedenis en de politiek. Samen met de overpeinzingen over verleden, heden en toekomst wordt dit boek een boeiende reis door Indonesië, Laos, Cambodja, Thailand en Birma.