In zijn dialoog ‘Over Vrije Tijd’ filosofeert de stoïcijnse filosoof Seneca over het begrip ‘vrije tijd’. Hij verbindt dit met het woord ‘publieke dienst’ en onderzoekt het stoïcijnse perspectief op hoe je een gelukkig en deugdzaam leven kunt leiden te midden van de eisen van de samenleving, die voor druk en afleiding zorgen ten aanzien van het menselijke doel van morele ontwikkeling en innerlijke groei. Seneca betoogt in dit werkje dat echte vrije tijd geen gezapige rust is, maar eerder het nastreven van activiteiten, die de eigen geest voeden en wijsheid cultiveren. Het is voor hem een toestand van rust en intellectuele betrokkenheid, die mensen in staat stelt om deugd na te streven. Deze staat haaks op het ondeugdzaam streven naar uiterlijke rijkdom, macht en sociale status van veel mensen in zijn tijd. Hij stelt dat handelen, contemplatie en plezier voor de stoïcijn in vrije tijd samenkomen en dat de stoïcijn in zijn vrije tijd ten nutte is voor de samenleving. Al deze thema’s zijn nog steeds actueel en daarom verdient deze fragmentarische dialoog het om ook vandaag de dag gelezen te worden. Een informatief, kort voorwoord begeleidt deze nieuwe vertaling.