Strijdigheid is de essentie van het politieke. Een parlementaire democratie maakt dit voortdurend zichtbaar met verkiezingen, publiek debat en de onenigheid binnen en tussen meerderheid en minderheid. Dat alles is er nog, en toch leven we steeds meer in een onpolitiek bestel.
De marktsoevereiniteit depolitiseert op een directe manier, neoliberaal beleid doet hetzelfde met het verabsoluteren van de economische waarde van efficiƫntie. Het politieke verdampt eveneens wanneer consensus de norm wordt. Dat is het geval in de deliberatieve democratiemet gelote burgers, het troetelkind van linksliberalen. Het vermijden van onenigheid domineert ook in governance, of netwerkbestuur met private en publieke stakeholders die samen met experten oplossingen uitdokteren.
Onze parlementaire democratie is gediend met minder dagjesmeningen en meer strijdige waardenpolitiek. Op links is dat synoniem met een radicaal reformisme dat zich verbindt met het bredere streven naar democratisering binnen de werksfeer en andere sociale domeinen.
Op 9 april 2004 overleed Paul Verbraeken. Hij was een veelzijdig activist en vrijdenker die de kritische rede hoog in het vaandel droeg. Hij was veler vriend. Zijn naam is gegeven aan een jaarlijkse lezing met een eminent spreker over een brandend onderwerp.