Moed roept ons als we bang zijn of als het leven zijn tanden laat zien. Moed wenkt ons in situaties die een bedreiging vormen. Moed maant ons aan als we erover twijfelen of onze actie wel iets zal uithalen. Maar moed geeft ons soms ook een duwtje in de rug: als we verontwaardigd zijn, als we meevoelen met wie het moeilijk heeft of als we iets willen bereiken dat we echt belangrijk vinden. Zo balanceert moed tussen iets dat van onszelf uitgaat en een kracht die naar ons toe komt. Het tegenovergestelde van moed is niet zozeer lafheid, maar onverschilligheid. Dit boek is een waarschuwing tegen oppervlakkigheid en een pleidooi voor levenskracht en morele moed.