De vader van Louis Biesbrouck jr. had zich in 1944 aangesloten bij een verzetsgroep, tot hij verraden werd en door de nazi’s naar Oostenrijk is gebracht om dwangarbeid te verrichten. Hij is uit dat kamp gevlucht door achter op een rijdende trein te springen en hij is in 1945 weer thuisgekomen.
Een uitkering door de gemeente Amsterdam werd hem geweigerd. Hij kon zijn gezin niet onderhouden. Junior werd voor ‘doktersuitzending’ aangemeld.
Dit verhaal gaat over een bijzondere vriendschap. Louis jr. was een van de dertigduizend ‘bleekneusjes’, wat hem in Zweden een levenslange vriendschap opleverde.
Zo leerde hij ook de Zweedse taal spreken, maar hij had geen notie van hoe het geschreven werd.
De vraag: ‘kun je een tweede thuis hebben?’ kon hij met een hartgrondig ‘ja’ beantwoorden.