Er is al heel wat gezegd en geschreven over de ontwikkeling van gesproken taal en de wijze waarop dit kan worden gestimuleerd. Het is een ingewikkeld proces, dat in dit boek op een overzichtelijke manier wordt uitgelegd aan de hand van drie periodes.
De eerste periode is die van de babytaal, die bestaat uit negen stappen. Hierin leert het kind woordklanken te vormen en te gebruiken voor het zeggen van de eerste woordjes.
In de periode tot vier jaar gaat het kind samenhang gebruiken om met woordjes zinnen te vormen. Dat gebeurt in vijf fases, waarbij zinnen van één of twee woorden uitgroeien tot langere zinnen.
In de kleuterfase (vanaf vier jaar) zal het gebruiken van taal worden beheerst. Het kind gaat begrijpen hoe woorden worden gevormd en hij ontwikkelt foneem- en fonologisch besef. Dit kan een kind gebruiken bij het leren lezen.