Kamp Fort Honswijk beschrijft voor het eerst de grimmige geschiedenis van een ondervragingscentrum, verafgelegen aan de Lek bij Schalkwijk. Het is een veelal onbekend verhaal, maar ook een ongemakkelijke waarheid. Aan de hand van bijzonder archiefmateriaal en illustraties ontrafelen de auteurs het verhoor en de bewaring van spionnen, politieke delinquenten en oorlogsmisdadigers in de periode 1945-1947. Op het fort waren onmenselijke omstandigheden en excessief geweld aan de orde van de dag: ‘liever een lijk dan naar Honswijk’. Het is ook een confronterend verslag omdat bewakers zich schuldig maakten aan diefstal, onzedelijk gedrag, oplichting, collaboratie en pesterij. Dit diepgaand onderzoek naar de vrijwel vergeten kampgeschiedenis is uitgevoerd als uitvloeisel van de statuten van de Stichting Honswijk-Everdingen en de Nieuwe Hollandse Waterlinie als werelderfgoed.