De twee belangrijkste redenen waarom de politiek niet goed werkt zijn als volgt. De eerste reden is dat de politiek te veel tegemoet wil komen aan alle wensen van burgers, maar dan wel door controle misbruik wil voorkomen, waardoor er een kluwen van regelingen ontstaat, die onuitvoerbaar wordt, voor de overheid en de burger.
De tweede, en misschien wel belangrijkste reden is dat de burger door de welvaart verwend is geraakt. Vele burgers verwachten dat aan al hun noden, wensen en risico’s tegemoet wordt gekomen, Zij hebben geen zelfoplossend vermogen meer, in een verdwaasde, zelfgerichte bevrediging, in op hol geslaagde consumptie van goederen en vertier, en geen zin meer heeft om wat te minderen voor het algemeen belang op langere termijn, zoals een leefbaar milieu, veiligheid en tolerantie, waar een democratie niet zonder kan.
Communicatie tussen burgers en politici, onderling en met elkaar, is ontaard in veelal onbewezen insinuaties en complottheorieën. Waarheid wordt weggeschoven, en iedereen lijkt dat prima te vinden. De twee problemen zijn met elkaar verbonden omdat een regering aan de overtrokken eisen van vele burgers tegemoet wil komen, uit angst voor verlies van stemmen aan populistische partijen. Nu die aan de macht zijn gekomen, leidt dat tot een stijging van het vertrouwen van vele kiezers. De nieuwe regering doet onuitvoerbare beloften en er dreigt verlies van culturele diensten, dat zal leiden tot hernieuwd verlies van vertrouwen, en weer een ruk naar links, zoals nu gebeurt in het VK. Zo brengt de democratie zichzelf om zeep.
Er zijn maatregelen denkbaar voor verbetering van het werken van de politiek, Die maatregelen gaan echter gepaard met enige versobering van consumptie, die vele burgers niet zouden accepteren.