De vele tientallen olietankers van de Comos op de Donau waren voor Nederland, Engeland, Duitsland en de Sovjet-Unie van grote betekenis. De Comos stond ingeschreven in Amsterdam, zijn schepen voerden de Nederlandse vlag, maar de thuishaven was Wenen. In 1940 probeerden Nederland en Engeland te voorkomen dat de vloot de Duitse oorlogsdoelen zou dienen. Toch gebeurde dit uiteindelijk wel. Op het einde van de oorlog waren enkele tientallen schepen buitgemaakt door de Sovjet-Unie en Den Haag en Londen trachtten nu om die vaartuigen retour te krijgen. Ook dit mislukte. Na de oorlog heeft Nederland een poging ondernomen om volledige economische en juridische controle over de Comos te krijgen, maar ook dit was tevergeefs. Zo kon met recht gesproken worden van achterhoedegevechten, die Nederland amper profijt opleverden.