UIT HET VOORWOORD:
Het doet me denken aan… Ik betrapte mijzelf er iedere keer op dat mijn
opinie of argumentatie automatisch hiermee begon wanneer ik op de
snippers van prof. dr. Oei wilde reageren. Dat is niet zo vreemd voor een
intervisie geleid door een psychoanalyticus, zou je kunnen zeggen, die de
associatietechniek op deze interessante wijze weet in te zetten, al was het
dan met een ander, interpersoonlijk, doel.
En dat doet me denken (sic!) aan hoe verwant psychologie aan literatuur
en literatuurtheorie dan wel filosofie is.
REACTIE VAN EEN COLLEGA:
‘Als vader van twee zonen en een schoondochter met een ASS herken ik
natuurlijk dat letterlijk nemen van geschreven en gesproken woorden
en het niet aanvoelen resp. kunnen relativeren van een eufemisme of
“dubbele bodems”.’