• Onze aarde is niet het middelpunt van het heelal en zelfs niet eens van ons zonnestelsel (Copernicus). • Wij mensen nemen geen aparte soevereine positie in binnen de ons omringende natuur (Darwin). • Er bestaat niet een superieure mensensoort met daarnaast allerlei ondersoorten of rassen met aanzienlijk afwijkende biologische verschillen (modern DNA-onderzoek).
Maar de auteur voegt hier nog aan toe: • Wij mensen zullen niet van een of andere god een voor onze privé persoon gereserveerd eeuwigdurend paradijs krijgen. De dood is tevens het einde van ons individuele lichaam en van onze individuele geest.
Deze laatste stelling kan wereldwijd op veel weerstand rekenen, ook in Nederland waar een ruime meerderheid nog steeds gelooft in een vorm van persoonlijk voortleven na de dood. Deze hardnekkige geloofsovertuiging, waarvoor geen enkel bewijs is, wordt door de auteur in dit boek kritisch bekeken. En in ruimer verband komen daarbij tevens de bovennatuurlijke gaven aan bod waar met name waarzeggers, astrologen, reïncarnisten en geestelijke leiders zich steeds op beroepen. Door de auteur worden deze bovennatuurlijke gaven doorgelicht aan de hand van objectieve feiten. Ook is er in dit boek veel aandacht voor de toekomst van de mensheid, waarbij de auteur ongefundeerde voorspellingen van de hand wijst en zich alleen laat inspireren door rede en wetenschap. Ondanks de vele pessimistische geluiden die tegenwoordig in de mode zijn komt de auteur tot de slotsom dat er ook veel positieve ontwikkelingen zijn in een wereld die met name door internet steeds kleiner wordt.
Harry Ansems is rechtsfilosoof en evolutionist. Hij studeerde Nederlands recht en rechtsfilosofie aan de universiteit van Tilburg. Hij publiceerde regelmatig artikelen in het maandblad van Vrijdenkersvereniging De Vrije Gedachte.