Na 33 jaar werd Annick Ruyts ontslagen. Dat kwam aan, want veel meer dan we vermoeden is ons werk een deel van onze identiteit. Dit boek vertelt niet enkel het verhaal van Annick, het kaart aan dat we allen op een heel onbeholpen manier omgaan met ontslag. ‘Er is geen goede manier om iemand te ontslaan,’ kreeg de auteur achteraf te horen. Maar daar is ze het niet mee eens. Er moeten manieren zijn die ons helpen om de bittere pil te slikken.
In dit boek onderzoekt Annick het rouwproces dat gepaard gaat met het verlies van werk en vindt ze antwoorden op de vraag waarom mensen er soms zo ontzettend onder lijden – ook al lopen er veel andere zaken wel goed in hun leven. Dit boek wil mensen die met ontslag te maken hebben een stem geven. Het wil werkgevers tips geven om dat laatste gesprek aan te gaan. En het wil ex-collega’s, familie en vrienden inzicht geven in wat er omgaat in het hoofd van iemand die zijn werk is verloren. Samen met lotgenoten, werkgevers en experten gaat Annick op zoek naar een manier om ontslag menselijker te maken, om oprecht te bedanken voor bewezen diensten.