Brugge, Grote Markt, 22 maart 1488. Pieter Lanchals, topambtenaar van de Bourgondische vorst Maximiliaan van Oostenrijk, wordt onthoofd. Deze executie betekent een eindpunt in de strijd van de onderdanen tegen het machtsspel van de vorst en zijn onverzadigbare financiële honger. Pieter Lanchals klimt snel op de sociale ladder. Van loopjongen die het geld naar de troepen brengt tot de man die mee het financieel beleid bepaalt. Via zijn activiteiten komt Lanchals niet alleen in contact met vorsten, prelaten en hoge edellieden maar ook met de grote Italiaanse bankiershuizen en de milieus van kunstenaars en ambachtslieden. Het bij momenten brutale optreden van Pieter Lanchals toont de keerzijde van dit succesverhaal. Vooral de Vlaamse, Hollandse en Zeeuwse onderdanen betalen letterlijk een zeer hoge prijs voor de uitbouw van een ‘centrale’ staat.