Het jaar 1000. Uit het niets scheppen de nazaten van de Karolingische vorsten tussen Maas en Schelde een land: het hertogdom Brabant. Vanuit het kleine Leuven en met de machtige abdij van Nijvel als eerste steunpunt haalden ze met grote hardnekkigheid gebieden binnen: steden als Brussel, Tienen, Gembloers, Antwerpen en Breda vallen onder hun bevoegdheid. Rond 1200 worden ’s-Hertogenbosch (wat het bos van de hertog als betekenis heeft) en tal van andere steden gesticht, zoals Turnhout, Helmond en Eindhoven. De trots van de Brabanders was bijzonder groot en hun drang naar onafhankelijkheid legendarisch, maar door een speling van het lot kwamen ze toch terecht in de greep van de Vlaams-Bourgondische dynastie, wat uiteindelijk een zegen bleek te zijn. De vorming en opgang van Brabant is een ingewikkelde puzzel van talloze gebeurtenissen: veldslagen, huwelijken, tragische overlijdens en bittere strijd om de macht. Voor het eerst krijgt de lezer het hele verhaal in chronologische volgorde en in begrijpelijke taal, met bovendien meer dan honderd vertaalde citaten uit charters en verhalen van auteurs die het vanaf de eerste rij hebben meegemaakt.