Franciscus van den Enden (1602-1674), de leraar van Spinoza, was een van de radicaalste Verlichtingdenkers van de zeventiende eeuw. Vlak voor zijn veroordeling tot de galg gaf hij toe auteur te zijn van een opmerkelijk utopisch geschrift: Kort voorstel voor de kolonie NieuwNederland. In dat geschrift uit 1662, dat nu voor het eerst in modern Nederlands verschijnt, treffen we een schets aan van een ideale samenleving, te realiseren in de kolonie Nieuw-Nederland, nabij het huidige New York.
Van den Enden bepleit een egalitaire en vrije samenleving waarin slavernij verboden is, waarin geen geloofsdwang bestaat en waarin alle burgers – ook vrouwen – onderwijs krijgen. De kolonie neemt het politieke systeem van de inheemse indianen over omdat zij al een egalitaire samenleving en een echte democratie hebben. Verder wil Van den Enden alle arme mensen uit Amsterdam meenemen naar zijn kolonie zodat ze daar kunnen ontsnappen aan de armoedeval.
Amsterdam, destijds eigenaar van de gronden rond het huidige New York, schoof het voorstel als te radicaal terzijde. Maar enkele ideeën werden wel overgenomen door Pieter Cornelisz. Plockhoy, wiens korte voorstel voor de kolonie – ook opgenomen in dit boek – het wel haalde