Met mijn proefschrift vergelijk ik Holocaust en slavernij-onderwijs om inzicht te krijgen in hoe we in Nederland betekenis geven aan de herinnering van sensitieve geschiedenis. Hierin ligt de nadruk op het gebruik van beelden en verhalen in onze collectieve en culturele herinnering. Wat drukken die uit? Wat bevestigen we ermee en wat missen we? Zijn er wellicht overeenkomsten in de manier waarop verhalen worden verteld en beelden worden doorgegeven, als je het slavernijverleden met het Holocaust verleden vergelijkt? Want beide geschiedenissen zijn pijnlijk. Ze gaan echter niet alleen over slachtoffers, maar ook over daderschap. En in Nederland lijkt juist die representatie van daderschap ingewikkeld. Die is confronterend en wordt vaak weggemoffeld of verzacht. Met mijn proefschrift heb ik gezocht naar een verklaring voor dit fenomeen.