'We kregen als vervloekte Ausländer niets te eten. Als we wel wat kregen waren het aardappels, aardappels en weer aardappels'. Zo omschreef Henk zijn tijd als dwangarbeider tijdens de Tweede Wereldoorlog. Tot twee keer toe moest hij aan het werk in het Moffenland, zoals hij Duitsland noemde na het bombardement op Rotterdam van 10 mei 1940. Het was onmenselijk hard werken op de Hamburgse scheepswerf Blohm & Voss, waar hij in 1942 en in 1944 werkte als ijzerwerker aan de onderzeeboten van de vijand.
Net zoals zo velen, sprak hij direct na de oorlog nauwelijks over zijn ervaringen als dwangarbeider. Aan de hand van een aantal brieven en gesprekken met haar opa, ging zijn kleindochter op zoek naar een lang verzwegen familiegeschiedenis. Werken voor het Moffenland is een ontroerend verhaal over angst, honger, dwangarbeid en snel volwassen moeten worden, maar ook een verhaal over de liefde in een door oorlog verscheurd Europa.