De ontcijfering van de Egyptische Hiërogliefen werd mogelijk gemaakt door de Steen van Rosetta. Hierop stond een tekst in drie talen, in het Grieks, het demotisch en de hiërogliefen.
Jean François Champollion had een talent voor talen. Hij sprak naast zijn Frans, ook Latijn, Grieks, Arabisch, Syrisch, Chaldeeuws, Hebreeuws, en Koptisch. Het oude Egyptische volksschrift, het demotisch, heeft overeenkomsten met het Koptisch, dat nog gesproken wordt in de Koptische kerk. Door het Koptisch te leren spreken en schrijven had Champollion de sleutel in handen om de Egyptische Hiërogliefen te ontcijferen.
Champollion zag als 12-jarige jongen in 1802 een collectie Egyptische kunstvoorwerpen in het huis van de prefect van Grenoble, Jean Baptist Fournier. Toen hij hoorde dat het schrift op de voorwerpen niet te lezen was, nam hij zich ter plekke voor om het te vertalen.
Hij verzamelde vanaf dat moment alle teksten in hiërogliefen die hij maar kon vinden en noteerde die in kleine opschrijfboekjes. Deze boekjes zijn nu in het bezit van de Bibliothèque National de France in Parijs.
In 2022 is het precies 200 jaar geleden dat Champollion tot zijn ontcijfering kwam. Reden voor een boekje.