In 1942 wordt Suriname als overzeese kolonie van Nederland autonomie beloofd door koningin Wilhelmina. In dat kader verkreeg Suriname 6 jaar later zelfbestuur. De ontwikkelingen vorderden gestaag. Algemene verkiezingen werden een feit en het proces ging in 1954 verder met de invoering van het Statuut van het Koninkrijk der Nederlanden. Suriname was op weg van een kolonie naar een zelfstandige staat.
In 1969 echter ontstond er een ernstig onderwijsconflict, dat zelfs tot stakingen leidde. Het conflict kreeg grote proporties met Jopie Pengel, de toenmalige minister-president, als hoofdrolspeler. Hij had zichzelf zoveel macht toegeƫigend, dat hij oppermachtig was geworden. De weg van Suriname naar een zelfstandige staat begon een karakter te krijgen van een ontwikkeling naar een dictatuur.
Democratische krachten, zoals de pers en vakbonden, die de studenten- en lerarenstakingen ondersteunden, wisten die dreiging gelukkig af te wenden. Pengel moest aftreden.
Sommige problemen die toen speelden, zijn nu weer actueel. Reden voor heruitgave van het boek, waarin de gebeurtenissen van destijds haarfijn beschreven zijn door betrokkenen bij het conflict.