Het rijk van de Habsburgers, dat meer dan zeshonderd jaar heeft bestaan, is in 1918 uit het heden verdwenen. De laatste keizer, Franz Joseph I, was de verloskundige van het door revoluties en contrarevoluties gevormde rijk van achttien landen en elf volkeren, maar ook zijn doodgraver. Zijn achtenzestigjarige regering begint met een contrarevolutie tegen de revolutie van 1848, waarbij de macht van de heerser wordt verhoogd en de stem van de naties tot zwijgen gebracht. Franz Joseph pro-beert Oostenrijk zonder medewerking van de volkeren nieuw op te bouwen, maar in de latere helft van zijn regering veranderen zijn inzichten en eist en strijdt hij voor een algemeen kiesrecht. De nationale tegenstellingen zijn groot, maar niet groot ge-noeg om het oude rijk te vernietigen. Op 30 juli 1914 keurt Franz Joseph goed, dat de begonnen opmars naar Servië moet worden voortgezet. “Als de monarchie al te gronde moet gaan, dan moet ze ten minste fatsoenlijk te gronde gaan.” Het zal het afscheid betekenen van de Habsburgse macht.
Karl Tschuppik werd geboren in 1876 in Melnik in het tegenwoordige Tsjechië. Hij wordt journalist van het Prager Tageblatt en een van de belangrijkste publicisten vóór 1938 in Oostenrijk en Duitsland. Tschuppik stierf in 1937 en raakte na de tweede wereldoorlog merkwaardigerwijze in vergetelheid. Uitgeverij Aspekt en ver-taler Alfred Krans hebben met de vertaling van deze biografie daaraan iets proberen te doen.
.