Kolonel Philip J. Corso’s dagboek werpt licht op een intrigerende realiteit: een reeks UFO-crashes in de Verenigde Staten vanaf de jaren 1940 resulteerde in een waardevolle schat aan technologie. Als militair was Corso belast met de taak om de Amerikaanse industrie te voorzien van de buitenaardse technologie die werd ontdekt in neergestorte vliegende schotels. Het kwam er op neer dat men, door ‘reverse-engineeren’, moest zien te ontdekken hoe deze technologie kon worden gereproduceerd. Deze buitenaardse erfenis omvatte onder andere de ontwikkeling van de computerchip, extreem sterke vezels, laser- glasvezeltechnologie en geheugenmetaal. Aanvankelijk richtte Amerika zich op het creëren van superieure wapens - waaronder Directed Energy Weapons (DEW) - maar later vonden deze innovaties ook hun weg naar bredere maatschappelijke toepassingen.
In 1947 stortte een UFO neer bij Roswell, New Mexico. Corso, auteur van ‘The Day After Roswell’ uit 1997, onthulde dat tijdens de jaren ‘50 en ‘60 er plotseling baanbrekende nieuwe technologie verscheen, technologie die dus oorspronkelijk van buitenaardse oorsprong was. Postuum verschenen notities uit zijn dagboek bieden nog diepere inzichten in dit verhaal.
Nu in het Amerikaanse Congres UFO-getuigen onder ede worden gehoord, verdient de informatie die destijds als onzin en fantasie werd afgedaan opnieuw onze aandacht. Kolonel Philip Corso, die in het dagboek zijn ontmoeting beschrijft met een buitenaards wezen, stond aan de frontlinie van dit mysterie.
Het is de hoogste tijd om hem weer zelf aan het woord te laten.