Ezli Suitela en Vadim Dijkshoorn trokken gedurende een half jaar rond langs de eilanden van de Molukken, met het doel om eeuwenoude overgeleverde volksvertellingen vast te leggen voor het nageslacht. De reis draaide uit op een
grote speurtocht langs oude wijze mannen, dorpshoofden en lokale koningen, langs gewijde grond op afgelegen eilanden en langs geïsoleerde kampongs diep in bijna onbegaanbare bergen. Dat resulteerde in een schat aan magisch-realistische vertellingen die nooit eerder in het Nederlands werden opgetekend. Zo is er het verhaal van de man die bevriend raakte met een bewoner uit de hemel – de bovenwereld – en na een bezoek aldaar een rijstkorrel meesmokkelt en zodoende rijst op aarde introduceerde. De stinkende durian en de slang presenteert deze en andere vertellingen op zo’n manier dat ook lezers van buiten de Molukken ze kunnen waarderen.