Muziek maken voor de koning is van alle tijden. De Bijbel verhaalt al hoe de jonge harpspelende David de somberheid van koning Saul probeert te verdrijven. Optredens voor royals en het onderwijzen van koningskinderen geven musici status. Vorsten profiteren van het inhuren van beroemdheden. Zeker in de periode 1700-1900. De relaties zijn soms close. Händel verzekert zich van de aandacht van zelfs twee koningshuizen. Gluck, Haydn, Mozart, Beethoven en uiteindelijk Wagner betreden daarna met wisselend succes vorstelijke residenties. Spelen voor de koning biedt een intrigerend kijkje achter de paleismuren en doet de nodige (smeuïge) details uit de doeken.