Van 1 oktober 1939 tot 1 oktober 1946 coƶrdineerde de Rijksinspectie
Kunstbescherming onder leiding van Jan Kalf de bescherming van monumenten,
musea, archieven en bibliotheken tegen oorlogsgevaar. Tienduizenden
kunstschatten, historische objecten, bibliotheken en archieven werden
geƫvacueerd naar veilige onderkomens als scholen, kerken, binnenschepen,
kastelen en speciale bomvrije schuilplaatsen. Kieskamp nuanceert het
algemene beeld dat roof door de Duitsers de enige bedreiging was voor het
Nederlandse erfgoed. Ze laat zien hoe honderden vrijwilligers dit erfgoed met
medeweten van de bezetter beschermden tegen de nieuwe, verwoestende
wapens van de strijdende partijen.