Tineke Bennema geeft een unieke reconstructie van het leven van een slaafgemaakte Afrikaanse jongen, die later in Suriname Albertus Van van de Vijver zou gaan heten. Op basis van uitvoerig archiefonderzoek slaagt Bennema erin het leven van Albertus in detail op te tekenen, van zijn ontvoering tot aan zijn dood in 1848.
Albertus was een man van karakter en trots. Hij wist zichzelf vrij te kopen. Maar nadat hij zijn vrijheid had verkregen, zou hij als zwarte man rechteloos in de witte samenleving blijven leven. Zo schrijft hij een brief aan koning Willem I met het verzoek om erkenning van zijn zoon die in slavernij is geboren, en komt daarmee in botsing met diverse koloniale autoriteiten.