Met de dood van koning Willem I in 1843 stierf als het ware ook zijn tweede vrouw, Henriette d’Oultremont. Ze verdween in de vergetelheid, totdat ruim een eeuw later bij toeval de correspondentie voor de dag kwam, die Willem en hofdame Henriette anderhalf jaar lang hadden gevoerd. Nadat hij haar een huwelijksaanzoek had gedaan, werd zij als Belgische én roomse weggepest van het hof. Daarna dwong het volk, opgejut door de kroonprins en de pers, Henriette halsoverkop Nederland te verlaten. Hun correspondentie laat een wanhopig verliefde oude vorst zien en een schrandere, karaktervaste jonge vrouw, die haar reserves behield tegen een huwelijk dat haar en haar koning in grote problemen kon brengen. Zelfs op de dag vóór het geplande huwelijk in Berlijn overwoog ze rechtsomkeert maken, terug naar België. Maar de brieven brengen ook onder woorden dat Henriette in de aanloop naar het huwelijk geen ondergeschikte rol wenste te spelen. Met haar principes mocht niet gesold worden.
Bob Duijvestijn (1940) studeerde Duitse taal- en letterkunde aan de RU Utrecht en promoveerde aan de RU Gent op de Middelnederlandse Madelgijs en zijn Duitse vertaling (Johan de la Courtprijs en laureaat AWLsK). Van zijn hand verschenen talrijke bijdragen aan de studie van de middeleeuwse Karelepiek en de roman Hou het zakelijk (2015).