Tijdens de Tweede Wereldoorlog verzetten de Nederlandse bisschoppen zich tegen het nationaalsocialisme, vanuit de overtuiging dat het principieel onverenigbaar is met het christelijk geloof. Onder leiding van mgr. J.P. Huibers verzette het bisdom Haarlem zich tegen pogingen om het nationaalsocialistische gedachtengoed onder zijn gelovigen te verspreiden. Ook werden maatregelen genomen om hen die de NSB en haar mantelorganisaties steunden de sacramenten te ontzeggen. In de praktijk van de dagelijkse zielzorg stuitten geestelijken op vele problemen en uitdagingen: van het verlenen van absolutie tijdens bombardementen tot het kunnen blijven uitreiken van de communie. Niet zelden kwamen zij regelrecht in botsing met de Duitse bezetter. Vele geestelijken en enkele broeders belandden in de cel of werden naar concentratiekampen getransporteerd. Twee priesters en een broeder overleefden dat niet. Door de hongerwinter en het hardere optreden van de bezetter namen de problemen tegen het einde van de oorlog sterk toe. Dit boek beschrijft hoe het bisdom Haarlem, dat bijna heel West Nederland omvatte, zich staande hield. Hoe ging het om met de Duitse bezetting, welke rol speelde het in het verzet en hoe kon het de gelovigen blijven stichten en steunen in een van de moeilijkste periodes in onze geschiedenis?