Het is een van de best bewaarde geheimen van Amsterdam: bijna vijftig jaar lang, van 1923 tot 1970, was er in de stad een hotel-restaurant speciaal voor vrouwen. Het etablissement aan de Keizersgracht (nrs. 580-582) werd opgericht door de Nederlandsche Vrouwenclub/Lyceumclub. ‘Lyceum’ stond voor ontwikkeling. Het Lyceumclub-concept was komen overwaaien uit Londen, waar vrouwen met ambitie een eigen sociëteit waren begonnen. Tot ‘gewone’ sociëteiten hadden ze namelijk geen toegang – die waren alleen voor mannen. Dat probleem kenden Nederlandse vrouwen ook. Het kiesrecht hadden ze net veroverd, maar ze wilden meer – ze wilden toegang tot het maatschappelijke en culturele leven. Een eigen ‘centrum voor de moderne vrouw’ – mannen onder voorwaarden ook welkom – moest dienen als uitvalsbasis.
Het clubgebouw, gerund door vrouwen, had een restaurant, hotel- en pensionkamers, een ‘rustkamer’, vergaderzalen en nog zoveel meer. Voor haar leden organiseerde de Club er lezingen, tentoonstellingen, concerten, talencursussen, leesclubs, concerten, bridgedrives en schaak- en biljartcursussen. Dit alles bedoeld voor de ontwikkeling én de ‘verpozing’ van de vrouw, die nog zoveel had in te halen. In 1969 was de onderneming aan de Keizersgracht zakelijk niet meer vol te houden. De Club verkocht haar panden en trok in bij ‘herensociëteit’ De Industrieele Club op de Dam. Daar vindt het clubleven tot op de dag van vandaag plaats.
Els Kloek en Marloes Huiskamp doken in het archief van de Club. Resultaat: een fascinerende geschiedenis van een vrouwenorganisatie die alle turbulentie van de twintigste eeuw meemaakte en in 2023 haar honderdste verjaardag viert.