De afschaffing van de trans-Atlantische slavernij wordt over het algemeen gezien als de grootste humanitaire prestatie ooit. We kunnen ons echter afvragen wat de waarde hiervan is aangezien het racisme waar deze slavernij op was gefundeerd, nog altijd welig tiert. Het is al vijfhonderd jaar een instrument voor hebzucht, heerszucht, haat en geweld. Het tast de menselijke geest aan en ondermijnt de (wereld)gemeenschap en de democratie.
Gomes wil met behulp van Toegepaste Geschiedschrijving laten zien hoe racisme werkt en hoe het wordt gereproduceerd. Zo wil ze bijdragen aan de vernietiging ervan. Haar betoog kan worden opgevat als een nadere uitwerking van het ‘cultureel archief’ van antropologe Gloria Wekker. Maar anders dan Wekker stelt zij dat niet alle Witte mensen tegenwoordig automatisch met een racistisch ‘cultureel archief’ zijn behept. En, dat Zwarte mensen ook een rol spelen bij het in stand houden van racisme.
In een vergelijkend, associatief opgezet betoog, waarin geschiedenisfeiten, maatschappijkritiek, sociaalmaatschappelijke theorieën, observaties en persoonlijke ervaringen elkaar afwisselen, analyseert Gomes de verschillende aanpassingen van het racisme en de verstrengeling met het kapitalisme, de nationale geschiedschrijving en de nationale identiteitsontwikkeling in Nederland. Ze stelt dat een geschiedschrijving die de nare kanten van het verleden onderbelicht laat of verkeerd weergeeft, leidt tot een gebrek aan historisch besef en een gemankeerd nationaal zelfbeeld, en dat dit een van de voornaamste oorzaken is dat Nederland haar racisme niet effectief uitroeit. Dit heeft zelfs geleid tot een nieuwe vorm van institutioneel racisme in het slavernijgeschiedenisbedrijf.
Gomes is historica. Zij schreef eerder het boek Over ‘natuurgenooten’ en ‘onwillige honden’. Beeldvorming als instrument voor uitbuiting en onderdrukking in Suriname 1842-62 (Amsterdam: Aksant, 2003).