J.C.C. den Beer Poortugael (1832-1913) is een van Nederlands markantste officieren uit de negentiende eeuw: geen houwdegen maar een verfijnde intellectueel die met groot gezag over tal van militaire en politieke onderwerpen schreef. Hij ontpopte zich vooral als een autoriteit op het terrein van het volkenrecht en het humanitair oorlogsrecht. Ook was hij korte tijd minister van Oorlog. In zijn Levensschets doet Den Beer op boeiende wijze verslag van zijn veelzijdige officiersbestaan. Het ene moment treffen we hem aan in de kazerne onder het ruwe soldatenvolk, dan volgen we hem naar een salon voor een soiree, dan weer zien we hem een vlammend betoog houden in een deftige debating club, dan weer is hij op oefening op de hei en menigmaal biedt hij ons een inkijk in huiselijke kring. Met vaardige pen schildert hij het Nederland van de negentiende eeuw, waarbij ook de liefhebbers van roddels over de Haagse society aan hun trekken komen. Koning Willem III blijft evenmin onbesproken. Deze Levensschets is aangevuld met een saillante selectie uit de dagboekaantekeningen van Den Beer. Tezamen vormen deze egodocumenten een rijke historische bron die met deze uitgave voor het eerst voor een breed publiek beschikbaar komt.