In 1917 wordt graaf Pavel Ignatieff gevangengenomen. Hij ontloopt zijn executie ternauwernood omdat
Oekraïense vakbondsmedewerkers hem herkennen en
beschermen tegen de soldaten van het Rode Leger. De
grootvader van Michael Ignatieff streed voor verbetering van hun positie en was onder meer minister en
gouverneur van Kyiv. De familie Ignatieff had generaties
lang veel macht en invloed en leefde in het tsarenrijk
in grote welvaart. Begin vorige eeuw vluchtten Pavel en
Natasja en hun kinderen tijdens de Russische revolutie
en kwamen na vele omzwervingen volkomen berooid
in Engeland aan. Net als hun vriend Vladimir Nabokov
sloten ze zich niet aan bij de theedrinkende en klagende
Russische elite in ballingschap en begonnen een boerenbedrijf zoals ze ook Kroepodernitsa in Oekraïne hadden,
maar dan zonder een stoet aan personeel.
‘Niemand die ik ken woont in het huis waarin ze
geboren zijn, of zelfs maar in het dorp of de stad waar
ze ooit kinderen waren,’ schrijft Michael Ignatieff als
hij met behulp van dagboeken en foto’s in een oud
familiealbum en vooral met grote historische kennis
en inlevingsvermogen het leven zijn Russische voorouders ontrafelt.
Deze aangrijpende en intieme familiekroniek
neemt de lezer mee van Petersburg naar Constantinopel, van de Franse Rivièra naar de Kaukasus, van Kyiv
naar Londen en van Oekraïne naar Canada.