In dit boek gaan we terug in de tijd naar 1902 wanneer Theodore Davis zijn concessie krijgt om opgravingen uit te voeren in het Dal der Koningen.
Hij heeft in totaal 30 graven terug gevonden waaronder veel graven van de familie van Toetanchamon. Maar ook al 3 aanwijzingen dat er in het Dal nog een graf moet zijn van een onbekende Koning.
In 1915 levert hij zijn concessie in met de woorden dat het dal leeg is er geen graven meer zijn. Dit geloofd Carter absoluut niet en hij vraagt Carnarvon om de concessie over te nemen. Dit gebeurt in 1915.
Daarna gaat met de eerste wereldoorlog er tussenin, het zoeken van start en dat wordt uiteindelijk beloond met het vinden van het graf van Koning Toetanchamon in november 1922.
Dit boek is geen roman maar het verhaal van de opgravingen.