Na de bundel ‘Het Einde Nabij” moest ik even denken aan een boekje dat ik ooit las over het creatieve proces, geschreven door Marinus Knoope, die dit jaar overleed. In dat proces wordt vaak een hele belangrijke fase over het hoofd gezien: als het proces tot een succes leidt moet je dat vieren. Want door het vieren ontstaat weer ruimte voor een nieuw creatief proces.
Het afgelopen jaartje heb ik enorm genoten van dat succes. Ik heb het uitbundig gevierd en verdomd, er ontstond ruimte. Die ruimte werd vervolgens ruimschoots gevuld door de vraag of ik ook meer fictieve, minder persoonlijke verhalen kon schrijven. Dat is nu gelukt, vinden mijn meelezers, die ook deze keer van onschatbare waarde waren. Daar kwam nog bij dat ik het afgelopen jaar opnieuw getuige mocht zijn van allerlei momenten waarin mensen een bron van inspiratie waren door wat ze deden, zeiden of op een andere manier communiceerden.
Eten en drinken vormden een soort rode draad in het schrijven van deze bundel, waarin allerlei lekkers voorbijkwam, soms in een vorm die niet zo lekker is. Verhalen uit het leven die zomaar hadden kunnen gebeuren of misschien wel gebeurd zijn. Lekker voor bij of in een houtvuurtje.