Aankomst en vertrek zijn kwesties waar het bij deze planoloog, ooit postbode, om draait. En hij houdt het kort. Niet principieel maar omdat hij vindt dat hij terug of door moet. Hij is geïnteresseerd in maar ook geïntimideerd door andere plekken en plaatsen. En, deze planoloog, ooit telefonist, gaat af op de eerste indruk, de terloopse observatie en het detail. Een in de tijd begrensd verblijf, zo is de redenatie, noodzaakt tot een scherpe blik. Alle poriën moeten open staan. En natuurlijk ontstaat in krap 48 uur geen volledig beeld. En verdient een plek een meer bezonken oordeel. Maar dat lukt niet altijd. Meer tijd, een langer verblijf, zijn geen garanties voor een dieper inzicht. Ontluisterend in dit opzicht zijn de notities die de auteur vertrouwelijk ter hand werden gesteld door een zekere L.. Deze aan lager wal geraakte ex-planoloog bracht jaren door bij de Dienst Landelijk Werk (DLW) en sukkelde van het ene naar het andere niks. De auteur wilde, u, de lezer, deze trage gang door ongunstige omstandigheden niet onthouden. Als contramal voor het hoge tempo elders. Til er niet te zwaar aan. Indachtig Hendrik VIII die tegen elk van zijn zes vrouwen zei:’ ik hou het kort.’