Hoe zou de situatie in het door God aan de joden ‘beloofde land’ zijn verlopen wanneer Gods belofte indertijd zou zijn begrepen? Dan zouden er in het ‘Heilig land’, Israël en Palestina geen oorlogen, bezettingen, en etnische zuiveringen zijn uitgevoerd. De Universele Verklaring van de Rechten van de Mens zou dan niet geschreven hoeven zijn.
De huidige tragische overeenkomsten met de Tweede Wereldoorlog zouden we dan nu niet waar kunnen nemen.
Zijn deze vragen en constateringen niet al te provocerend, nu we kunnen waarnemen hoe de Verenigde Naties worden gebruuskeerd in het streven naar rechtvaardigheid en vrede in deze wereld? Heft daarom de psalmist in de reeks psalmen vele malen dramatisch zijn handen ten hemel bij het zien van alle onrecht? Waarom werpt hij zich schreiend ter aarde en provoceert en tuchtigt de mens vele malen. Spreekt zich zeer vrijmoedig uit en looft vele malen de Almachtige, zoals in psalm 180, staande bij de Klaagmuur!