Wie hard wil sturen komt doorgaans terecht in een moeras. Wie een relatie wil aangaan schept evengoed verplichtingen maar in wederkerigheid.
Het is vooral de overheid geweest die in de vorige eeuw begon met subsidie-en sturingsmodellen die in de richting gingen van een opdrachtverlening. Met deze marktbenadering raakten overheid en kunst van elkaar verwijderd. De vele rollen die kunst vervolgens sinds de “periode Zijlstra” wil spelen, en ook in het beleid krijgt toebedeeld, hebben de relatie verder vertroebeld.
Als het marktmodel zo lang inspirerend was voor de manier van aansturen van de cultuursector, waarom zou een ander economisch model dat nu niet kunnen zijn. Dat andere model vindt de auteur bij de antropologen. Zij legden kort na 1900 de “gift-economy” bloot, die wereldwijd een sterk mechanisme bleek om het leven te organiseren. Het is de economie van de wederkerigheid die nieuwe kansen biedt voor een solide relatie tussen de Overheid, de Kunst en de samenleving.
De auteur
Ad van Niekerk was zeventien jaar Hoofd Cultuur bij de gemeente ’s-Hertogenbosch. Daarvoor had hij een beroepspraktijk als beeldend kunstenaar en was vijftien jaar directeur van cultuurorganisaties. Na zijn opleiding aan de kunstacademie in Utrecht, studeerde hij Bedrijfskunde aan de Radbouduniversiteit te Nijmegen.