Kort nadat Manons vader wordt getroffen door een beroerte, sluiten de deuren van de verpleeghuizen vanwege corona. Wat volgt is een ploeterende zoektocht in een historische periode. Manon wil het beste voor iedereen, maar wordt geconfronteerd met een gebrek aan invloed. Ze zoekt naar een nieuwe vorm van zingeving in een tijd waarin alles verandert. Maar hoe doe je dat?
Op de weg terug naar haar hart, komt ze bij de kern. Het zelfbeschikkingsrecht. Het recht te mogen vinden, voelen en besluiten, zolang het om jezelf gaat.
Nu haar vader niet meer voor zichzelf kan spreken, vertelt Manon zijn verhaal. Over zijn brein en haar zijn. In de hoop dat we, naast het beschermen van de ander, blijven praten over kwaliteit van leven, eigenwaarde en de dood.
Hebben we niet simpelweg het recht op de regie over ons eigen leven?