De islamitische wereld kende invloedrijke denkers en wetenschappers in haar vroege geschiedenis, in een tijd dat Europa gedomineerd werd door religieuze orthodoxie en militaire heerschappij. Van de 9de tot de 12de eeuw waren moslimlanden filosofisch en sociaaleconomisch overduidelijk meer ontwikkeld dan het Westen.Vandaag lijden landen met een moslimmeerderheid bovengemiddeld onder autoritaire regimes, en zijn ze sociaaleconomisch gemiddeld minder ontwikkeld dan de rest van de wereld. Ahmet T. Kuru wijst op de geschiedenis en bekritiseert verklaringen die de islam als oorzaak aanwijzen. Ook het westerse kolonialisme is geen sluitende verklaring, al heeft dat zeker niet geholpen.Waar liep het dan wel mis? Kuru wijst op een alliantie tussen orthodoxe islamitische geleerden (de oelema) en militaire staatshoofden vanaf de 11de eeuw. Gaandeweg beknotte deze alliantie meer en meer de creativiteit en economische activiteiten van intellectuelen en de burgerlijke klasse in de moslimwereld.Kuru toont aan dat de alliantie tussen oelema en de staat nog steeds de creativiteit inperkt en een gezonde economie in moslimlanden belemmert of zelfs verhindert.