Dit boek vertelt het schokkende verhaal van een Nederlander die acht maanden opgesloten zat in een van de meest afgelegen en primitieve gevangenissen van Aziƫ in de hooglanden van Cambodja, omdat zijn Vietnamese ex-geliefde een afschuwelijke misdaad had gepleegd op een klein jongetje waar in de hele wereld met afschuw op was gereageerd. De Cambodjaanse regering nam de Nederlander zijn vrijheid af; de Nederlandse regering ontnam hem zijn nationaliteit, zijn naam en zijn identiteit.
Deze ervaringen deden hem realiseren hoe belangrijk een eigen identiteit en een eigen naam eigenlijk zijn en ook hoe waardevol of waardeloos een paspoort kan zijn. In het boek stelt de auteur ook enkele verontrustende vraagstukken aan de orde die cruciaal kunnen zijn voor een toekomst met een wereldpaspoort.