Dat de mens gevaarlijk is, niet alleen voor mens en dier en voor de aarde, maar ook voor zichzelf, komt niet doordat wij wel of niet zouden deugen. Het ligt aan de verbeeldingen die ontsproten zijn aan ons geloofsvermogen, inclusief het gewone geloof van de kerk waarin we opgegroeid zijn en die we intussen veelal verlaten hebben.
Na veertig jaar predikant te zijn geweest stelt Henk Groenewegen het geloof van de kerk onder kritiek. En zet tegenover de goedgelovigheid van religie en alles wat we ons kunnen verbeelden de profetische ernst die in de Bijbel aan het woord is.
Met ironie en zelfspot beschrijft de auteur voorbeelden van maatschappelijke en kerkelijke geloofsschade en voegt daar het alternatieve van bijbelverhalen aan toe. Die stellen ons vragen, geven geen antwoord, en hebben een open einde.