Duizenden jaren geleden ontstonden de condities waardoor Rijn en Maas door Nederland gingen stromen.
Afhankelijk van het seizoen, zie je bij de rivier grote massa’s water tegen de dijken klotsen of een kleine stroom. De rivier is van nature beweeglijk en verandert in samenspel met de omgeving de plaats waar hij stroomt. De rivier kan bedreigend zijn. De mensen beteugelen hem met dijken, sluizen en stuwen. Toen het rivierwater in de loop der tijd in het vlakke land verzandde en niet meer goed wilde wegstromen, groeven de mensen kanalen die ingrepen op de natuurlijke aard van de rivier en die het landschap onherkenbaar veranderden.
De rivier stroomt in zee, de zee dringt de rivier binnen. Rivieren vormen door hun natuurlijke veranderlijkheid een fantastische broedstoof voor de natuur. Tegelijkertijd is de rivier een weg voor de scheepvaart, een afvoerkanaal en een bron voor drinkwater en voor de economie.
Dit boek beschrijft de veelzijdigheid van Rijn en Maas en hoe de loop van de rivieren in vele eeuwen steeds veranderde.