Globalisering, godsdienststrijd, sociale ongelijkheid, taaldiscriminatie... De Antwerpse kleermakerszoon 'Mane' de Bom (1868-1953) groeit op in instabiele tijden.
Met boezemvrienden als Vermeylen, Streuvels en Van de Woestijne wilt hij straks Vlaanderen naar de moderniteit stuwen. Hij lanceert Van Nu en Straks, schrijft de eerste Vlaamse stadsroman, vliegt als anarchist in de cel en wordt een van de belangrijkste cultuurambtenaren. Zijn Vlaams activistische onstuimigheid zal Mane in de Eerste Wereldoorlog van vrienden vervreemden en zijn functie kosten. De oude nieuwlichter probeert zich tijdens het interbellum heruit te vinden door mentor te zijn van jonge schrijvers en zich te bevrijden uit een huwelijk met de godsdienstfanatieke Nora. Intussen zien hij en zijn Joodse kameraad Klagsbald hoe een doorgeslagen nationalisme het kosmopolitische Vlaanderen verdringt waarvoor hij en zijn vrienden vochten. De Boms reis is die van de Vlaamse worsteling met moderniteit en identiteit. Maar boven is het een ontroerend verhaal over de kracht van vriendschap.