Na de verwoesting van de door koning Salomon gebouwde tempel van Jeruzalem verlieten in 586 voor Christus vele Joden Israel om zich te verspreiden over de wereld waar ze trouw bleven aan hun geloof en gebruiken. Na heropbouw van de tempel werd die in 70 na Chr. door de Romeinen opnieuw met de grond gelijkgemaakt. Er volgde toen een tweede Diaspora. Naarmate het Christendom in grote delen van de wereld invloed kreeg werden Joden gezien als de moordenaars van Jezus en begon de vervolging. In Duitsland leefden ze in aparte delen van de steden de zogenaamde Judengassen, maar mochten veel ambachten en beroepen niet uitoefenen. Velen vestigden zich in Rusland en Oost-Europa in nederzettingen rond de steden, de zogenaamde Sjetls. Na een aanslag in 1881 op de Russische tsaar Alexander II wees men de Joden als daders aan. Tijdens Progroms werden Sjetls verwoest en bewoners vermoord. Er kwam toen een enorme Joodse emigratiegolf naar Amerika opgang. Velen maakte ‘op een schoen en een slof’ in scheepsruimen ‘de overtocht en vestigden zich op het platteland en buitenwijken van de grote steden waar ze hun geloof vrij konden belijden. Ze leefden voornamelijk van handel en zagen als eersten brood in vertoning van films. Wat begon in voorstellingen in achterafzaaltjes zou uitgroeien tot de legendarisch filmindustrie van Hollywood. Door een groot deel van de voornamelijk Christelijke bevolking werden de Joodse emigranten gediscrimineerd. Men vond hun producties duivels en inbreuk maken op goede zeden en riep op tot een boycot. Onder druk besloten producenten zelfcensuur in te stellen. Ondanks alle tegenwerking trokken hun films over over de wereld volle zalen en werd filmproductie een van de belangrijkste exportartikelen van de V. S. In dit boek probeer ik de harde strijd van de emigranten te schetsen.