Het werk van de politie is en blij een speciale baan, die niet voor iedereen is weggelegd. Het is complexe baan, die vraagt om vakmanschap en het moet ook echt in je zitten. Waar anderen een stap terug doen, stapt een politieagent juist naar voren. En als iemand eenmaal bij de politie werkt, krijgen ze een blauw hart. Maar voor hoelang nog? Iedere stap of iedere handeling die zij verrichten, wordt tegenwoordig op een weegschaaltje gelegd. Afgewogen, bekritiseerd of via de sociale media verspreid. De maatschappij is mondiger geworden en de kritiek op de politie neemt steeds meer toe. Is het nog wel leuk? En is het nog wel zo’n speciale baan? De agenten Frits Burghols en Sem Leenstra zijn twee oude rotten in het vak, die hun blauwe hart niet verloochenen. Doorgewinterde dienders die in de binnenstad van Amsterdam de klappen van de zweep hebben leren kennen, maar in de huidige tijd, ook geremd worden in de uitoefening van hun taak. Geen dag is voor hun hetzelfde. En als de werkdag begint, weten ze vaak niet hoe de rest van de dag eruit zal zien. Dat maakt hun werk zo onvoorspelbaar
en uitdagend. Maar is dit wel zo? De ene keer redden zij mensenlevens bij een uitslaande brand en de dag erop worden zij verguisd en staat hun baan op de tocht. Iedere dag worden zij ermee geconfronteerd. De onzekerheden krijgen steeds meer de overhand en uiteindelijk zal het zijn weerslag hebben voor het uitoefenen van hun dagelijks werk. Hun blauwe hart bloed langzaam dood. Zij nemen de lezer mee in hun dagelijkse werk. Uitdagend, spannend, frustrerend maar toch ook met een glimlach. Voor zolang dit nog kan.