Kasteel de Boekhorst

De geschiedenis van een Hoallnds pronkjuweel

Voorzijde
Achterzijde
27,50
Vandaag besteld,
morgen verzonden
+
Bestel
ISBN: 9789464240009
Uitgever: Aspekt B.V., Uitgeverij
Verschijningsvorm: Paperback
Auteur: Jan van der Elst Maud Mommers
Druk: 1
Pagina's: 132
Taal: Nederlands
Verschijningsjaar: 2020
NUR: Geschiedenis algemeen

De geschiedenis van kasteel de Boekhorst is innig verweven

met de Hollandse grafelijke familie. Het verhaal begint in

1273 met de schenking door graaf Floris V van benoorden

Noordwijkerhout gelegen duingebied. De ontvangers van deze gulle

gift waren zijn bloedverwant Aleidis van Holland en haar gemaal Boudewijn

van Noordwijk. Op deze zandgrond werd al gauw een vesting

aangelegd. Vervolgens vervulden de kasteeleigenaren en hun kroost

vaak voorname functies in het Hollandse maatschappelijke en religieuze

leven.

Anna van Vliet werd geboren op kasteel de Boekhorst. In 1578 trouwde

ze met jonkheer Andries van Bronkhorst. Dit echtpaar was uitermate

verknocht aan hun bastion. Hun aangrijpend en bewogen leven

wordt voor het eerst in deze monografie beschreven.

Vanaf de zeventiende eeuw begonnen diverse kunstenaars het gebouw

te tekenen. Vooral in de eerste helft van de achttiende eeuw werd dit

een ware rage. Meer dan twintig beeltenissen van het pronkjuweel in

de duinen hebben we aan hen te danken.

De uiterst welgestelde Maria Catharina, prinses van Rubempré, liet

in 1772 de heerlijkheid de Boekhorst te koop zetten. In verkoopadvertenties

werd de vesting nog wel vermeld, ook al was het inmiddels

verworden tot een ruïne. Dit is evenwel geenszins het einde van het

verhaal. Zo mocht na korte tijd de Haagse notaris Nicolaas de Stoppelaar

zich heer van de Boekhorst noemen. Met name voor deze intrigerende

figuur was dit een felbegeerde aanspreektitel.

In de negentiende eeuw kwam er een gestage stroom van rijkaards,

praalhanzen en parvenu's op gang die de heerlijkheid kochten en

genoten van de jacht, alsmede de adellijk aandoende aanspreektitel.

Tegen het einde van die eeuw werd de in opdracht van Andries van

Bronkorst gebouwde toegangspoort gesloopt. Het gebied bleef echter

als heerlijkheid tot in de twintigste eeuw bestaan.