Mijn boek is zowel een levensverhaal als wel een herstelproces. Ik kreeg veelal te maken met allerlei hiaten en tegenstrijdigheden zowel in de kerk als psychiatrie dit was nodig om mij duidelijk te maken in dat wat ik wil. Daarin verschil ik met het algemeen gangbare wereldbeeld. Die door de kerk en wetenschap is ontstaan. De oorzaak van alles wat de geschiedenis kleurt en ook uit is ontstaan is de wil. Om de mijn wilskracht te kunnen zien had ik mijn onmacht nodig. Juist in momenten van grote zwakte manifesteerde zich mijn kracht. Mijn kwetsbaarheid zit hem vooral in mijn dopaminespiegel die schommelt. Daarbij kan ik me neerslachtig voelen of juist psychotisch. Maar heb ik de hulp in de vorm van medicijnen waarmee ik de dopaminespiegel zelf kan reguleren. Ik heb meer en meer de autonomie hierin en dat doet goed. Daarnaast heb ik gevochten met de oude psychiatrie maar de aansluiting gelukkig gevonden met de moderne psychologie. Acceptatie en gezonde wilskracht is van fundamenteel belang om te herstellen. Eveneens is zelfinzicht op zich al een voorwaarde voor herstel. Ik denk dat dit een hoopvol boek is voor velen. Daarom wilde ik mijn filosofie niet voor mij zelf houden.